- inrichten
- {{inrichten}}{{/term}}1 [gereed maken voor gebruik] aménager ⇒ 〈huis〉décorer2 [regelen] régler3 [organiseren] organiser♦voorbeelden:1 zich inrichten • se meublereen oude kazerne tot sporthal inrichten • transformer une caserne désaffectée en salle de sports2 het zo inrichten dat • faire en sorte que 〈+ aanvoegende wijs〉3 anders inrichten • réorganiser
Deens-Russisch woordenboek. 2015.